Collage en foto's by Nurul Aisyah Mohd Sham

Eind maart bracht KONT een paar dagen in Gent door, om te ontdekken hoe de kunstenaars daar leven en werken, én om een eigen evenement te houden, op uitnodiging van de Kunsthal genaamd Friendly Proximity. Een avond die we begonnen met een geweldig vegan diner van Hadas Cnaani en Noam Youngrak Son. We toonden ook onze documentaire van Floor Hofman en nadien hielden we nog twee rondes slow dates met de aanwezigen.
Hier een collaboratief verslag van de hosts Griet en Maaike die tijdens hun dagen in Gent allerlei onderwerpen boven tafel zagen komen.

Griet:
Het reizen
isoleren van je leven
en je dak met materiaal dat je ergens anders hebt weggehaald

Maaike:
Hobbelkeien, of zoals ik ze vroeger geleerd heb te noemen: kinderkopjes, wat ik toen al een zeer bedenkelijke naam vond. Ben je je meer bewust van je eigen lichamelijkheid wanneer de ondergrond zo onbetrouwbaar is? De eerste nacht in Gent droomde ik dat de zwaartekracht ‘niet meer goed werkte’. Jij droomde dat de houten loopbrug die zich uitstrekt door de hoge ruimte van de kunsthal naar beneden stortte.

-   Kunststudenten verdienen meer ondersteuning – van de reden waarom ze kunststudent zijn, niet om neoliberaal ondernemer te worden, ook in Hasselt, ook in Den Bosch

De kunstenaar moet kunnen lanterfanten. Tijdens mijn gelanterfant in de kunstenbibliotheek noteerde ik, naar aanleiding van het boek After Theory van Terry Eagleton: “The idea of doing something purely fort the delight of it has always rattled the grey bearded guardians of the state. Sheer pointlessness is a deeply subversive affair”.

– zweethut, voedselbos, shitake

– Hoe de darmen met je mee ontwaken nadat je ’s nachts vooral met je hersens in de weer bent geweest (zijn de darmen de driving force achter onze slaapcycli?)

- Het aangezicht van de Kimchi, zo prachtig in zoveel kleine kommen geserveerd op onze lange tafel. En het lichtgroen van de kool en het donkergroen van de winterpostelein en hoe eager de smalle aubergines erin gleden bij de disgenoten, en hoe verzachtend de smakelijke beige huid van de tofu…

Diner door Hadas Cnaani & Noam Youngrak Son tijdens Friendly Proximity, de KONT-avond bij Kunsthal, Gent (foto Nurul Mohd Sham)

-  Noam die een woordje tot de groep richtte en dat begon met “So are you all from Ghent?” en Hadas die naast Noam stond die daarop meteen zei “It is like you are doing stand-up comedy” en hoe grappig maar accuraat dat was, want in die twee zinnen, zetten ons koks meteen de toon van de avond: alle vormen die we hebben bedacht, mogen we constructief onderuit halen. Goede vriendschap kan veel hebben!

-  Iemand durfde hard te lachen om de schapen in beeld in de documentaire terwijl Simón het ondertussen over zijn slowdate ervaring heeft, en om de twee duiven die achter elkaar aan lopen – was dat Karina Beumer? dacht ik toen ik gisteren op instagram een post zag die de schapen opvoerde en Karina daarbij tagde. Ik had al heel veel keren in mijn eentje om die schapen moeten lachen. Ik was vergeten hoeveel zuurstof de lucht krijgt als dat lachen door en met anderen gebeurt!

-  Hoe jij, Maaike, in de avond groeide, met mij en de rest van de aanwezigen. En hoe je aan het eind, op de grond zittend, op de achterkant van een envelop de losse woorden noteerde die we een voor een opsomden bij wijze van afscheidsritueel. (Maak je nog even een foto van die woorden? Dan delen we die oogst bij deze post.)

(Hier de woorden, verweven tot zinnen)
Bouwen aan veelbelovende wisselwerkingen, kantelpunten van betrokkenheid.
A nourishing flow for both mind and body.
Toevallige liefdes,       of:    a revelation spurred on by mutual vulnerability.
Connecting in a safe haven            where hospitality leads to fruitful offspring.
Echoing laughter in the dark, as sheep are grazing in the cinema.
Comparing words to      woorden,        een nagesprek in the limelight of the toilet stall.
Crossing the street to share a final drink,      late night snacking on a secret recipe.

-  Jij raadde me aan, terwijl we gistermiddag nog even post-event richting kunstenaarsmaterialenwinkel Schleiper lanterfantten, te lezen over manager-schap en met name over ‘sense-making’. Ik voel daarbij weerstand omdat het me terug leidt naar alles waarnaar ik ooit dacht mijn rug toe gekeerd te hebben. Alsof ik denk dat het lezen daarover als logisch gevolg zal hebben, dat ik ineens ook daadwerkelijk een manager zou worden zoals ik er absoluut geen wil zijn. Ik zou na al deze jaren toch beter moeten weten. Trouwens, ik ben ook een manager. En het is maar een woord, maar wel eentje bedacht door corporate business mensen. Dus ik zal op zoek gaan naar literatuur. En naar een ander woord. Nu ik dat zeg: volgens mij ben ik terwijl ik vijf jaar HOOFD van KONT was ook daar al langer mee bezig geweest.

Ook uit het boek After Theory van Terry Eagleton: kennis kan ingezet worden als technocratisch middel om controle uit te oefenen, of het kan een kans bieden voor politieke emancipatie.

- De oorlog in Oekraïne die steeds haar kopje opsteekt ongeveer in iedere ontmoeting wel even.

Terwijl we op het punt stonden te vertrekken bij Jean Marie Bytebier kwam nog de oorlog ter sprake. Het ging even over westerse waarden, emancipatie, en de cultuurverschillen die we onvermijdelijk zullen ervaren nu we ontheemde Oekraïners opvangen in ons midden. Jij zei iets in de trant van: er is nog veel werk aan de winkel. Betekent dit: wij dienen ons open te stellen? Of: culturen waar nog meer ‘conservatieve’ (in onze ogen) waarden gelden dienen zich toe te bewegen naar ons perspectief? Enkele dagen later in café folklore ging het ook over cultuurverschillen: wat is een goede balans tussen je heil zoeken in gemeenschappen waar je je thuis voelt, en je openstellen voor de ander, je eigen identiteit op het spel zetten? En hoe kan je integreren in een cultuur waar zelf geen samenhang gevoeld lijkt te worden, waar een gemeenschap ontbreekt?

De vrouwen

Waar waren de (cis) mannen? Zijn zij bang ontmaskerd te worden? Te communiceren in een setting die ze niet zelf hebben gecreëerd – volgens een model dat zij niet zelf hebben uitgeplozen? We willen ze er toch graag bij.

De gestreepte jurk van Hadas van Marimekko die ze ook vaak droeg in Antwerpen toen we daar tijdens de corona-ellende vorig jaar in hetzelfde huis woonden, en waarin ik haar in al haar levendigheid zie, het hier en nu zijn, het geraffineerde ongecompliceerde, haar obsessie die toch heel aards is en begrijpelijk. Het diende dit weekend als haar slaapkleed.

En als SLOT dit beeld: Jean-Marie Bytebier, in zwarte trui en wit hemd die ons naar zijn atelier leidt, over een trap vol scherven en puin / een beetje ontdaan door de opruim-ravage die in het complex wordt aangericht.

Jean-Marie vertelde ons over een lesvorm waar oudere, meer ervaren schilders parallel werken met (hun) kinderen. Hoe er geen gesproken woorden nodig zijn om elkaar in zo’n situatie te ‘contamineren’: de ervarene leert spontaniteit, ongedwongen experiment; de onervarene leert zien waar materiaalkennis, technische bekwaamheid en werken vanuit een min-of-meer vooropgezet plan toe kunnen leiden.
Na alle kennismakingen afgelopen week voel ik een enorme waardering voor iedereen die ik heb horen vertellen over wat ze doen. Het deed me inzien hoe concreet en waardevol die persoonlijke ervaring is, de rijke bodem die ontstaat. Ik zou graag nog veel langer omringd zijn door zulke bijzondere mensen met hun unieke kijk, en een parallel spel met ze blijven spelen.
De filosofie, waar vaak alle inzichten worden geabstraheerd van de omstandigheden, en persoonlijke ervaringen waaruit ze voortkomen worden weggegumd, steekt grauw af tegen de diversiteit aan perspectieven die ik de afgelopen dagen heb gehoord. In een haat-liefde relatie blijf ik spartelen met mijn studie.
Ik heb inmiddels mijn weg gevonden naar rekto verso, wat vanuit verschillende hoeken getipt werd of zich zelfs spontaan opdrong in een boekenrek. Het themanummer over ‘de periferie’, dat zou iets voor KONT zijn. Ik ben eraan begonnen, maar nog voor ik er iets van las begon ik te denken over dit begrip, periferie.
De margins, een randgebeuren, ondergeschikt aan de hoofdact. Maar de margins zijn geen minderheden meer: leeft niet bijna iedereen inmiddels in een margin? In de periferie van de zonderlinge figuren die juist almaar vooruit worden geduwd, steeds op een ander podium mogen verschijnen. In de flyer van de Koer las ik dat ze aan een nieuw podium bouwen, en iedereen met goede zin mag meegenieten van de arbeidsvitaminen en komen bouwen. In een wisseltruc is straks het centrum de periferie, en bouwen we in de witregels van het reglement een eigen podium, van hergebruikt hout.

After-drink bij café Folklore. (foto: Nurul Mohd Sham)